Na de dood van zijn broer Freddy, mede als gevolg van alcoholisme, besluit Donald Trump dat hij altijd zal voorkomen dat mensen een verliezer in hem zouden kunnen zien. Winnen en succes vormen vanaf dat moment de ingrediënten zijn levensmotto. En dat lukte: eerst met de dappere en gewaagde aankoop en geslaagde restauratie van het Grand Hyatt. De Trump Tower was niet lang daarna de bevestiging van zijn roem. Winnen is waar het bij Trump om draait. Het blijkt besmettelijk: iedereen wil bij The Donald horen.
Trumps enige echte liefde is zijn bedrijf. Ook houdt hij van tv kijken. Hij wist die als de beste te combineren. “De show is Trump” was zijn antwoord op kritische vragen (zoals toen hij in 1990 op de cover van de playboy stond hem door collega’s werd verteld dat dit het einde van Trump als serieus zakenman betekende). Het deerde hem niet. Hij trok immers volle zalen. Zijn merk, miljardair, playboy, was en is alles.
Handig laveert Trump tussen de vaak dubieuze werkelijkheid van zijn bedrijven en het beeld dat mensen van zijn imperium hebben. Vanaf 1990 begint Trumps zakelijke kaartenhuis in elkaar te storten. Hij heeft enorme schuldenlasten; en weet anderen daar de schuld van. Hij weet zijn positie, en daarmee imago, te redden door te onderhandelen en het door (laten) voeren van ingrijpende herstructureringen. Wat zijn bedrijven uiteindelijk op de been houdt is de waarde die de naam Trump vertegenwoordigt. Het imperium, de bezittingen, zijn zonder de naam Trump veel minder waard.
Terwijl de banken hem onder curatele stellen (na vier faillissementen, inbeslagname van zijn luchtvaartmaatschappij, gedwongen verkoop van zijn jacht en zijn warenhuis) doet Trump naar buiten toe nog steeds alsof hij miljardair is. Zijn schuldeisers, de banken, bepalen wat hij maandelijks mag uitgeven. Ondanks dat krijgt hij het voor elkaar een ring van 250.000 dollar voor zijn liefde Marla te kopen. Daarnaast maakt hij nog 10 miljoen dollar over aan zijn ex. Ook daar komt hij mee weg.
Trump heeft een extreme focus op zichzelf, weet zijn bedrijven te plunderen voor eigen gewin in plaats van te denken aan zijn aandeelhouders. Maar hij herstelde zijn positie vooral omdat hij wist hoe hij zijn imago, zijn merk, maximaal moest inzetten. Met het licensen van zijn naam kent hij grote mislukkingen en een enkele hit. Maar altijd verdient hij er geld aan, het risico ligt immer bij de ander. Hij is zeer bedreven in het verkopen van zijn merk. De show is Trump.
Zijn roem raakt in een versnelling door zijn presentatie van het televisieprogramma The Apprentice. Trump verandert van miljardair met nare trekjes in een razend populair baken voor een land dat behoefte heeft aan een baas die hard maar rechtvaardig is. The Apprentice betekende een boost voor het imago van Trump; de stap naar de politiek werd erdoor nog kleiner. Tv blijkt het ideale platform om een politieke carrière te lanceren. De show heeft hem het imago aangemeten van een man die met gezag goed van slecht onderscheidt.
Trump was natuurlijk niet nieuw in de politieke wereld. Hij doneerde al decennia geld aan politici: op lokaal, staats en federaal niveau. Om ervoor te zorgen dat hij politici altijd kon bellen als dat zakelijk goed uitkwam. Ook zorgde hij ervoor dat men zich altijd afvroeg of hij zelf de stap naar burgermeester van New York, gouverneur of president zou wagen. Zelf was hij uitermate pragmatisch. Alleen al tussen 1999 en 2012 switchte Trump zeven keer van partijlidmaatschap.
In 2012 was het dan zover. Twaalf dagen na net verlies van Romney diende Trump aanvragen in op patenten voor het alleenrecht op de slogan Make America Great Again. De rest is geschiedenis.
In deze zeer leesbare biografie, die steunt op vele jaren research, wordt aannemelijk gemaakt dat Trump vooral een constructie is, een fantasie. Van zowel het slechtste als de beste kant van Amerika. Ook als politicus weet Trump precies welke kant te benadrukken. In november 2016 boekt hij een historische winst door zich op te werpen als menselijk ventiel voor een gefrustreerd natie.
Trump, de waarheid achter zijn ambitie, ego, geld en macht – Michael Kranish en Marc Fisher, 480 pagina’s, Karakter Uitgevers (2017)