Washington staat op zijn kop. Het tell-all boek van Michael Wolff over Trump, de alt-right revolutie en de keiharde strijd om de politieke koers van de VS is een sensatie.
Wolffs schrijfstijl is agressief en suggestief, maar ook onderhoudend en geestig. Hij heeft zijn toegang tot Trump en zijn staf maximaal gebruikt (en daarmee voor eeuwig verspeeld) om een vernietigend boek te schrijven over een chaotisch en disfunctioneel Witte Huis. De verschillende rivaliserende facties van politieke amateurs strijden om de aandacht van de ‘accidental president’: Trump – een dommige, instabiele, impulsieve, ongeïnteresseerde, zichzelf overschattende man, die alles persoonlijk neemt en tv als eendimensionale maat der dingen ziet.
Ongetwijfeld heeft Wolff zich een flinke dosis dichterlijke vrijheid gepermitteerd en leunt hij zwaar op de waarheid van alt-right fanaat Steve Bannon (de andere hoofdpersoon uit het boek), maar om de mantra van Trumps voormalig woordvoerder Sean Spicer, aan te halen: you can’t make this shit up!
NB: Het grote gevaar van het Mueller-onderzoek is niet de eventuele ontdekking van illegale Russische contacten, maar dat de Trump clan ontmaskerd zal worden als witwassers – dixit Bannon.
Michael Wolff, Fire and Fury, 358 p, Henry Holt & Company, 2017