Donald Trump doet liever niet aan zelfreflectie. Hij zou dan weleens, zo zegt hij zelf,’iets onaangenaams tegen kunnen komen.’ In ieder geval zou de introspectie van Amerika’s nieuwe president leiden tot een gespleten beeld. Trump is ogenschijnlijk zeer consequent inconsequent.
Zo pleitte hij eens op Capitol Hill voor een inkomstenbelasting tot 60% voor rijke mensen, niet lang nadat Reagan deze naar 31% had verlaagd. Dat zou hij nu niet meer zo snel doen. Ook week hij af van de Republikeinse koers met zijn pleidooi voor legalisering van drugs. Wel wilde hij de doodstraf terug.
Gedurende zijn carrière deed Trump weinig moeite om zijn seksisme te verhullen. Hij had echter geen bezwaren tegen het benoemen van vrouwen op hoge posities. Trump zou, volgens zijn biograaf D’Antonio, in dit niet bijster goede, maar wel onderhoudende boek, een goed oog hebben voor talent. En dat huist ook in vrouwen.
Gedurende zijn carrière heeft niemand hem, ondanks zijn grote rijkdom, zakelijk echt serieus genomen. Het heeft hem niet belemmerd om al vier decennia in het centrum van de aandacht te staan – zijn naamsbekendheid is bijna 100%. Trump heeft altijd volle zalen getrokken.
Trump is pragmatisch en doet alles om zijn doel te bereiken; veranderen van mening is in die context zeker geoorloofd. Onder die pragmatiek en obsessie met winnen zit echter ook al decennia een harde kern aan overtuigingen.
A l in 1987 kocht Trump advertentieruimte in drie kranten waarin hij zei dat de Verenigde Staten niet meer zouden moeten meebetalen aan de bescherming van andere landen. Hij doelde specifiek op Japan en Saudi-Arabië, maar sprak ook over Europa en Azië. Hij wilde het geld liever besteden aan het helpen van Amerikaanse boeren en zieken.
Ook wond hij zich er erg over op dat ‘het grote land’ Amerika uitgelachen zou worden door andere mogendheden. Dat moest snel ophouden. Dit raakte een gevoelig snaar en leverde veel aandacht op en het leek even de opmars tot deelname aan verkiezingen. Hij was echter vooral ontevreden met de koers van het land; het was een aanval op Reagan. In speeches zei hij dat de VS gewoon betere deals moesten sluiten met andere landen.
De politie moest ook weer harder gaan optreden, zo verkondigde hij eind jaren 80 op tv, radio en in de krant. Het deerde hem niet om polariserend te zijn met zijn uitspraken over blanken en zwarten. De media deden daar graag verslag van. Dat Trump hen leugenachtig vond en ze “graag eens te pakken zou nemen”, deed niets af aan hun innige verbond. Ook nu vindt hij Obama een loser, maar zijn de media nog erger: geheel oneerlijk. Ironisch aangezien er niemand is die meer aan de media heeft te danken dan Trump.
In 1999 zinspeelde Trump zich kandidaat te stellen voor de Reform Party. Hij bleek al snel kansloos, maar trok, zoals gebruikelijk, veel aandacht. Hoewel hij zich vooral richtte op blanke stemmers, was zijn wens de Republieken naar links te trekken. Hij had zijn running mate al in gekozen: het zou de ‘briljante vrouw’ Oprah Winfrey moeten worden.
Iedereen die zo verbaasd is over het beleid dat de aankomende president voorstaat, had dus beter kunnen – en moeten – weten. Zijn populistisch – conservatieve instincten zorgden er decennia geleden al voor dat hij een luide stem in de publieke opinie was.
Trump zoekt altijd randje op. Doet alles voor aandacht. Trump is ‘his own man’; juist deze mixed bag van posities, acties en meningen maken hem zo overtuigend onafhankelijk.
Het op-en-top Amerikaanse verhaal van Donald J. Trump begint in het New York van de jaren 70: een rafelig stad, een gemakkelijke prooi voor vastgoedmannen. Fred Trump, vader van Donald, blonk uit in deze context. Met name door hard te werken werd hij een van de rijkste Amerikanen. Al snel was het duidelijk dat zijn zoon Donald de vastgoedzaak moest overnemen. Donald Trump snapt meteen dat zijn naam (zijn vader heette bij aankomst in de VS nog Trumpf) alles is. Daarbij wil Donald wil steeds meer. Na een paar slimme aankopen en succesvolle verbouwing komt de roem snel. Hij is alom aanwezig: in de clubs, op covers van bladen. New York raakt in de ban van zijn beroemde zoon.
Trump vindt het geweldig, maar weerstaat de gebruikelijke verleidingen. Hij drinkt nooit. Hij gokt niet, ook niet als hij casino’s aan het kopen slaat. Hij haalt zijn kick uit andere zaken; uit het maken van deals. Trump is een bluffer, die genadeloos gebruik van zwaktes van mensen. Zijn opkomst loopt gelijk met de Reagan jaren: geld betekent succes en het rauwe kapitalisme is gaaf. En in die ratrace is hij een van de grote mannen: alleen al in 1987 verscheen zijn naam 1000 keer in lokale media. Ook publiceert hij dan het eerste van een reeks boeken. Trump komt dichtbij het zijn van Amerikaanse royalty. De bewondering bleek niet beperkt tot de roddelbladen, die hij dagelijks las om te zien of en hoe hij erin voorkwam. Ook Nancy Reagan was erg onder de indruk van een tv optreden van Trump. Haar man – Richard – schreef hem daarop een korte brief vanuit het Witte Huis waarin hij zei dat als Trump zich kandidaat zou stellen hij zeker zou winnen.
Trumps zaken zijn altijd met wat schimmigheid omringd; niet alleen was het onzeker of de regels nageleefd werden, tevens was het doorgaans onhelder of zijn business echt winstgevendheid was. Trumps zaken waren lang niet altijd goed. Zakenlieden namen hem niet echt serieus. Dat deerde hem niet; het ging Trump voornamelijk om het bereiken van kijkers (voor The Apprentice) en de bezoekcijfers van zijn casino’s.
Op zijn 41ste, hij is dan al tien jaar succesvol, leidt hij grote nederlagen met zijn casino’s in Atlantic City. Verschillende van zijn bedrijven gaan failliet en hij scheidt van Ivana. Het hele land bemoeit zich ermee. Wat door Trump meteen in pr waarde werd omgezet. The show is Trump. Daarin passen ook zijn uitspraken dat hij gedated heeft met Carla Bruni, Madonna en Kim Basinger. Het waarheidsgehalte is van minder belang.
Trump knokt zich terug en gaat weer door met waar hij goed in is: beroemd en rijk zijn.
Trump is een complexe man. Hij combineert narcistisch schoolpleingedrag (altijd tien keer harder terugslaan) met een extreem goed ontwikkelde neus voor pr. Hij zou serieus menen dat hij genetisch voorbestemd is om beter te zijn dan anderen: het simpele gevolg van het hebben van een Schotse moeder en een Duitse vader.
Donald Trump heeft in ieder geval als geen ander begrepen dat je je beter een trouwe, relatief kleine aanhang kan hebben (bijv. 20% van de Amerikanen), dan bij de meerderheid van de mensen lauwwarme gevoelens op te wekken.
Amerikanen hebben in november gekozen voor een verlenging van het groteske all-American verhaal van hun beroemdste zoon. Het zit in hun aard om gevaren te trotseren en grootspraak en zelfpromotie niet onfatsoenlijk te vinden. Zeker als hun liefde voor individualisme daar wel bij vaart.
Ook dat had de 45ste president van de Verenigde Staten goed aangevoeld.
Nooit genoeg, De biografie van Donald Trump – Michael D’Antonio. 384 pagina’s, Spectrum, 2016